Groene Pedagogiek
Groene pedagogiek wil bij de opvoeding van kinderen het contact met de natuur en de natuurlijke processen behouden en intensiveren.
In onze huidige maatschappij wordt het proces van opgroeien van kind tot volwassene in toenemende mate gecontroleerd en efficiënt gemaakt. Hierdoor lijken de resultaten van een dergelijke opvoeding te leiden tot o.a. lichamelijke passiviteit, gebrekkige zintuiglijke ontwikkeling en geestelijke overbelasting.
“Groene pedagogiek is slechts één, maar wel onmisbare, kleur in het totale spectrum van de pedagogiek”, zegt Kees Both, onderwijspedagoog en publicist over de relatie tussen kinderen en natuur “. Het heeft betrekking op de betekenis van natuur voor een gezonde ontwikkeling van kinderen. En voor het leren omgaan met en zoveel mogelijk helen van handicaps en stoornissen”, aldus Kees Both.
Zoals een jong leeuwtje spelenderwijs als vanzelf leert hoe het zich moet redden in de jungle, geldt dit ook voor kinderen; spelend in de natuur worden alle zintuigen geprikkeld en krijgt de totale mens, geestelijk en lichamelijk, de kans om zich te ontwikkelen. Ontwikkeling begint bij actieve verbondenheid.
Groene pedagogiek begint daarom bij vies worden in de modder, balanceren over een omgevallen boom, vallen en opstaan, het aaien van een hond en rennen door de regen. Al rollend, ruikend, kijkend, proevend, luisterend en grijpend ontdekken kinderen de wereld om hen heen. Ze nemen waar, ontdekken samenhangen, verwerven inzicht en doen positieve en krachtige ervaringen op, die maatgevend worden voor hun verdere leven. Ze bouwen spelenderwijs de lichamelijke en geestelijke veerkracht op die helpt om de wereld ontspannen en zelfverzekerd tegemoet te treden. Bovendien is er een gerede kans dat zij later ambassadeurs worden van natuur en natuurbehoud, omdat zij begrijpen dat de mens niet zonder natuur kan en haar dus moet koesteren.