Logo Stichting Groene Pedagogiek

Verslag 12 april 2018 Natuur als ontwikkelingsruimte

Laat het kind vrij spelen!

Stichting Groene Pedagogiek hield op 12 april 2018 de themabijeenkomst Natuur als ontwikkelingsruimte – Laat het kind vrij spelen. Op het programma stonden twee lezingen, gevolgd door vier gesprekstafels, geïnspireerd door het boek ‘Wie Kinder heute wachsen, Natur als Entwicklungsraum’.

Dit boek, (in het Nederlands: Hoe kinderen in deze tijd opgroeien, natuur als ontwikkelingsruimte) is geschreven door de Duitse wetenschappers Herbert Renz Polster en Gerald Huther. Renz Polster is kinderarts, verbonden aan een universitair instituut voor Public Health; Huther is professor in de neurobiologie. Beide auteurs hebben vele artikelen en boeken gepubliceerd en zijn topexperts op het terrein van vrij buitenspel en kinderlijke ontwikkeling. Zowel de lezingen als de gesprekstafels over de 4 bronnen die de natuur biedt (Zintuigen, Vrijheid, Weerstand en Verbondenheid) waren gebaseerd op dit boek.

Op een zonnige woensdagmiddag kwamen zo’n 35 mensen hiervoor naar het theehuis ‘Tuin van Noord’ in het Noorderpark in Leiden. Dit theehuis wordt gerund als een kleinschalige buurtonderneming en wordt geleid door bewoners, verenigd in een stichting.

De deelnemers waren afkomstig uit de kinderopvang, centra voor Natuur- en Milieu Educatie, natuurspeeltuinen, ontwerpbureaus voor groene buitenspeelruimte, onderwijs en gemeenten. De catering op deze bijzondere plek werd verzorgd door bewoners van Leiden Noord.

Uitdagende spelmogelijkheden rond het theehuis 

Als ‘opwarmer’ werd gestart met een excursie rond het theehuis. Begeleid door twee deskundige kenners van het park kregen de deelnemers uitleg over de maatschappelijke visie achter dit buurt project. Speciale aandacht was er voor de gevarieerde en uitdagende speelmogelijkheden in de groene omgeving van het theehuis.

Presentatie Louise Berkhout:  ‘Kind en vrij buitenspel’

Louise Berkhout docent/onderzoeker aan de Hogeschool Leiden, opent haar verhaal met spannende beelden: jongens die aan de stangen bovenin een open brug hangen en meisjes klimmend in een hoog metalen klimrek. Volgens Louise waarderen kinderen buitenspelen heel erg, maar spelen ze desondanks steeds minder in de natuur: 22 % speelt 1 x per week of nooit buiten, stelt een onderzoek van TNS NIPO. Een Engels onderzoek toont aan dat kinderen soms minder buiten komen dan een gedetineerde!

De afname van buitenspel kan deels worden verklaard door de groeiende rol van televisie, internet en sociale media in het kinderleven, stelt Louise. Voor 9- tot 12 -jarigen is dat inmiddels toegenomen tot gemiddeld 3 uur per dag, blijkt uit een recent onderzoek van het Nederlands Jeugd Instituut! De foto van een kind in een buggy op een bospad voortgeduwd door een ouder bellend met de smartphone is veelzeggend….

Buitenspelen heeft een enorme waarde voor de ontwikkeling, betoogt Louise. Direct contact met vuur, water, lucht en aarde spreekt alle zintuigen aan. Daarmee bouwen kinderen hun lichamelijkheid op. Zo leren ze de wereld om hen heen ervaren, stelt Louise, verwijzend naar het boek van Renz Polster en Huther.

Een speelterrein hoeft helemaal niet af te zijn

Kinderen komen al spelend met natuur in contact. Natuur maakt voor hen de magie van het buiten zijn uit. Spelen in het groen boeit meer dan spelen op een betegeld speelplein, en spelen in een speeltuin meer dan spelen op straat. Een deelnemer vult aan: “een speelterrein hoeft helemaal niet af te zijn, er moet voor kinderen wat te rommelen zijn, ze moeten zich terug kunnen trekken en zich kunnen verstoppen”.

Kinderen blijken in een natuurlijke, ongestructureerde omgeving creatiever spel te ontwikkelen. Denk aan kuilen graven, takken snijden, huttenbouwen e.d. Bovendien stimuleert vrij buitenspel de ontwikkeling van zelfvertrouwen, veerkracht, gerichte aandacht en concentratie, blijkt uit onderzoek van Martin van Rooijen van de Universiteit Humanistiek in Utrecht.

Het vrije buitenspel wordt bedreigd

Kinderen zoeken, als ze daarvoor de kans krijgen, zelf uitdaging en avontuur. Natuur biedt weerstand: als kinderen het koud krijgen gaat er geen kachel aan en als ze moe zijn wordt de weg niet korter. Een deelnemer: “je wordt niet sterk als alles mee zit”. Kinderen ontwikkelen letterlijk ‘met vallen en opstaan’ het vermogen zelfstandig te worden en om te gaan met vrijheid en begrenzing.

Vrij buitenspel verbindt kinderen met zichzelf en met andere kinderen. Maar ook met hun omgeving: met bomen, planten, dieren, geuren, klanken en plekken.

Louise besluit haar presentatie met de conclusie dat vrij buitenspelen (in de natuur) van onschatbare waarde is voor ieder kind. Maar het vrije buitenspel wordt bedreigd door regels en beperkingen van opvoeders en begeleiders, door toenemende verstedelijking en explosief gebruik van sociale media. Louise roept daarom ouders, opvoeders en begeleiders op ‘de handen op de rug te houden’ en kinderen tijd, ruimte en vrijheid te geven opdat het vrij buiten in de natuur spelen ook in de toekomst mogelijk blijft!

De volledige presentatie van de lezing van Louise Berkhout is tevens te downloaden: Presentatie Groene pedagogiek 12 april

Presentatie Matthijs de Gruijter: ‘Wie Kinder heute wachsen, Natur als Entwicklungsraum’.

Als opmaat naar de vier ronde tafelsessies laat Matthijs de Gruijter, directeur van natuurBSO en centrum voor natuurpedagogiek Struin in Nijmegen,een paar highlights uit Wie Kinder heute Wachsen de revue passeren. Dit boek is in veel talen uitgegeven, zelfs in het Koreaans. Matthijs vertelt dat de auteurs het concept ‘levenscompetenties’ centraal stellen. Die moeten kinderen ontwikkelen en dat kan het beste door rechtstreekse, ‘aan den lijve’ opgedane ervaringen. De rijkdom van de natuur en de groene buitenruimte bieden optimale kansen voor de zich ontwikkelende hersenen van kinderen (tot ca. 14 jaar). De mogelijkheden die de natuur biedt brengen Renz Polster en Huther onder in vier categorieën (bronnen) voor kinderlijke ontwikkeling:

Zintuigen

Door directe zintuiglijke ervaringen, met het gehele lichaam beleefd, ontstaat volgens Renz Polster en Huther geleidelijk een zintuiglijk bewustzijn dat de eerst stap is naar zelfbewustzijn. Dit vormt de basis voor onze lichamelijkheid. De elementen water, vuur, lucht en aarde bieden kinderen hierbij een veelheid aan prikkels.

Vrijheid

Geen grotere bewegingsvrijheid dan in de vrije groene buitenruimte! Daar worden vele competenties aangesproken. Volwassenen willen van natuur-plekken vaak leerplekken maken, maar kinderen willen graag alles zelf, op hun manier, verkennen en vormgeven. Hun eerste natuurbesef en natuurbegrip is altijd intuïtief. Pas daarna komt het cognitieve weten!

Weerstand

Door de weerstand die kinderen in de natuur tegenkomen, ontwikkelen ze het vermogen om zichzelf te sturen en zelfstandig te worden. In het spontaan ontstane avontuur leren kinderen om te gaan met vrijheid én met grenzen.

Verbondenheid

De natuur verbindt, door een ruimte te bieden waar kinderen elkaar kunnen ontmoeten, maar waar ze ook in contact komen met bomen, planten, dieren en plekken.

Rondetafelgesprekken

Aan vier thema tafels gaan de deelnemers vervolgens met elkaar in gesprek. In een levendige uitwisseling delen ze hun kennis en ervaring en verdiepen ze de informatie over de vier bronnen voor de kinderlijke ontwikkeling.

Thematafel Zintuigen

Tafelvoorzitter is Moor Handels, zelfstandig kindercoach en vrijwilliger bij het IVN (Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid). Op tafel een groot aantal, heel verschillende, voorwerpen uit de natuur. Deze prikkelen de zintuigen en roepen jeugdherinneringen bij de deelnemers op. Herkenning (in elkaars heel verschillende verhalen) verbindt de tafeldeelnemers. Het is een feest der herkenning om weer boomschors aan te raken en te ruiken! Bomen zijn uniek en ze bevorderen saamhorigheid, vinden deelnemers. Een slootje met kikkervisjes was als kind spannend, maar ook bevrijdend; hoe anders dan op school, waar je je als kind aan allerlei regels moest houden…

Wat is het fijn om buiten te spelen! Met je handen in de natte aarde wroeten ruikt prettig en je wordt je weer bewust van je tastzin. Je voelt je geworteld en geaard. Even verdwijnt het besef van tijd: je gaat op in je eigen wereld: zand in de zandbak, de smaak van zand in je mond. Het bevordert het sensopathisch beleven, kinderen voelen zich geborgen en veilig. Spelen in het hoge gras is een avontuur, al je zintuigen staan op scherp. Het geeft je vertrouwen in jezelf, maar ook in anderen. Als kinderen van vier samen, zonder hun ouders (maar wel met hun toestemming!) naar school lopen, dan geeft dat (zelf)vertrouwen, het gevoel de hele wereld aan te kunnen. Volwassenen die kinderen het goede voorbeeld geven met ‘verwonderen’, kunnen ervoor zorgen dat zij later zelf dit goede voorbeeld volgen!

Thematafel Vrijheid

Tafelvoorzitter Anouk Schouten (afgeronde Masterstudie Forest and Nature Conservation aan de Wageningen University) vraagt deelnemers of ze verschillen ervaren tussen stadsnatuur en wilde natuur bij het ontwikkelen van een band van kinderen met natuur. Kunnen kinderen evenveel vrijheid ervaren in wilde natuur als in stadsnatuur? De meningen blijken verdeeld. Deelnemers vinden wel dat de spelvorm er voor een groot deel van afhangt of een speelplek in of buiten de stad ligt. In stadsnatuur spelen kinderen vaak met de daar geplaatste speeltoestellen. Zouden kinderen meer vrij spel laten zien als er minder speeltoestellen zijn? Kinderen die in wilde natuur spelen blijken heel vindingrijk: ze gaan op zoek naar en maken eigen voorwerpen. Denk aan stokken, pijlen, het bouwen van hutten etc. Bestaat er een vorm van regulering in wilde natuur?

Kun je kinderen ook overbelasten in ‘ongeciviliseerde’ natuur? Op beide vragen komt geen duidelijk antwoord. Zeker is wel dat lang niet alle begeleiders positief staan ten opzichte van vrij spelen in wilde natuur…

Of kinderen nu meer of minder vrijheid ervaren in of buiten de stad, in beide natuurtypen wordt vrijheid heel verschillend ervaren. Vrijheid gaat over het vermogen van kinderen om zelf vorm te geven aan hun omgeving. Maar over welke vrijheid hebben we het eigenlijk? Vrijheid in tijd, in ruimte, in activiteit of in mind-set? En in hoeverre kunnen kinderen tegenwoordig nog echt vrij buiten spelen? Wat is de rol van opvoeders en begeleiders daarin? Volwassenen zijn (onbedoeld) vaak sturend en bepalend in wat en hoe kinderen moeten spelen. Dat is jammer want volwassenen hebben een erg belangrijke rol voor het vrije buitenspel! Die zou echter meer gericht moeten zijn op het ontsluiten van natuur voor kinderen en op het faciliteren van natuurbeleving. Maar dat gaat volgens de deelnemers nog heel veel tijd en energie kosten.

Thematafel Weerstand

Uitdaging, avontuur, doorzettingsvermogen en natuurbeleving, de deelnemers aan de ronde tafel van Martin Hup (Directeur Natuurspeeltuin Het Woeste Westen in Amsterdam) vinden ze alle vier belangrijk in het buitenspel van kinderen. Onvoorspelbaarheid en onbekendheid zorgen voor risico en spanning, kinderen kunnen er fysiek en psychisch aan groeien. Maar kunnen kinderen risico’s goed inschatten zoals boompje klimmen? Deelnemers hebben er geen eenduidig antwoord op. Dat kinderen uitdagingen zoeken en natuur verkennen is universeel, misschien wel genetisch bepaald. Dat lijkt echter alleen het geval als kinderen over voldoende zelfvertrouwen beschikken. Wat vinden instanties als de gemeente en de GGD van risicovol buitenspel? Die zien nogal eens beren op de weg. De praktijk leert echter dat als je een goede visie hebt op de relatie tussen ‘risico en veiligheid’, dat er dan van instanties best veel mag en kan. Maar je moet ouders, pedagogisch medewerkers en spelbegeleiders wel heel goed voorlichten en trainen.

Een van de deelnemers stelt de vraag hoe kinderen met een beperking eigenlijk buitenspelen. Moet je daar speciale mogelijkheden voor creëren? Of laat je die kinderen zelf verkennen wat ze leuk vinden en waar ze met hun beperking al dan niet toe in staat zijn?

Weerstand kun je ook heel anders opvatten, namelijk als weerstand tegen groen en natuur. Pedagogisch medewerkers en ouders houden er soms niet van dat kinderen vuil worden, dat vinden ze vies en onhygiënisch. Hoe je naar weerstand kijkt blijkt te maken te hebben met je natuurbeeld. Van ‘weerbarstige’ natuur kunnen kinderen leren. Maar leren kan ook op andere manieren, bijvoorbeeld door natuur met al je zintuigen te beleven of door het opdoen van kennis. Mogen er in de natuur ook plekken zijn die niet ‘af’ zijn? Rommel- of overhoekjes die planologen letterlijk vergeten zijn? Op zulke plekken leren kinderen inventief te zijn, maar soms moeten ze ook accepteren dat het er ‘nat en vies’ is. We moeten af van het idee dat alles maakbaar is! Spel wordt van generatie op generatie doorgegeven. De vorm verandert mee met de vorm van de samenleving. Maar als sociale media gaan domineren en verstedelijking verder oprukt is het niet ondenkbeeldig dat het vrije buitenspel ‘uitsterft’.

Thematafel Verbondenheid

Via natuur kom je makkelijk met elkaar in gesprek. “Dat is wat natuur doet”, merkt iemand op aan de tafel over ‘verbondenheid’ van tafelvoorzitter Mary Blaak, vestigingsmanager bij KDV/BSO de Hoepel in Apeldoorn. Je ziet dat ook bij kinderen: als ze eenmaal een speelplek hebben verkend, maken ze van nature verbinding. Natuur biedt kinderen ruimte elkaar te ontmoeten, maar ook bomen, planten en dieren.

Verbondenheid nodigt uit tot bezinning, daarmee maak je verbinding met ‘je eigen natuur’. Maar je moet dan wel zonder oordeel en met aandacht in het nu zijn!  Je hebt ruimte in je ziel nodig, pas dan kun je je met de wereld om je heen verbinden en ontstaat ruimte voor verwondering en wederkerigheid.  Contact met de natuur heeft een helende werking. Maar hoe kun je mensen bereiken die zo’n verbondenheid niet hebben meegekregen?’ De sleutel is verwondering, d.w.z. open staan voor het wonder. Of, zoals een deelnemer spontaan zegt: verwonderheid.

Er ontspint zich een discussie of beleving bij kinderen eerder ontstaat dan de behoefte aan kennis. Sommige kinderen hebben al jong honger naar kennis. De kunst is hier als volwassene pedagogisch op in te gaan. Het gaat er niet om dat kinderen een lesje leren, maar om het (leren) beleven van het wonder van de natuur. Daarvoor heb je ‘hoofd, hart en handen’, alle drie nodig! Als we dat bij kinderen kunnen stimuleren, dan kun je er als volwassene aan bijdragen dat kinderen gezond opgroeien (healthy children).

In hoeverre ervaren kinderen überhaupt nog een verbinding met natuur? Je zult soms letterlijk de verbinding met planten, dieren en plekken moeten herstellen. Ga met kinderen zaadjes planten, blijf die voeden en zorg voor een gezonde voedingsbodem! Ook contact met dieren schept een positieve band met natuur. Eén van de deelnemers heeft een suggestie: zoek een ‘onaf’ terrein op. Daar kunnen kinderen zelf ervaren hoe ze zich met de natuur op die plek kunnen verbinden.

Het laatste woord is aan een deelnemer die een Indiaanse wijsheid citeert:

“Het land is niet van ons, maar wij zijn van het land”.